MIJN VERHAAL

MIJN VERHAAL

In het leven van ieder mens zijn er gebeurtenissen die bepalen welke richting  je op gaat. 
Zo ook in mijn leven. Je leest het in de volgende hoofdstukken

Burn Out

Het is november 2015. Ja daar zit ik dan. Stilgezet door mijn huisarts en de Arbo. Hoe kan dat nou, ik heb het toch naar mijn zin op mijn werk? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Ik ben zo blij met mijn baan als docent, toch?
De week dat het misging
Ik ben werkzaam als docent op een MBO in Rotterdam. Tijdens een toetsweek in november 2015 voelde ik wat meer druk dan gewoonlijk.
Ik was bezig met het afnemen van een toets. Ik besloot een van de toetsen die een aantal studenten hadden ingeleverd alvast na te kijken zodat ik wat tijd en ruimte zou hebben na de toets. Tijdens het nakijken bleek dat mijn antwoord model niet klopte met wat er aan punten aantal op de toets stond. Ik begreep er niets van. Had ik dan fout geteld?

Een WhatsApp naar mijn collega gestuurd. We zouden na de toets even kijken. Na de toets contact met de desbetreffende docent opgenomen om te kijken wat er mis was. Een andere collega stond erbij en gaf aan dat hij de toets had aangepast omdat een klas bepaalde lesstof niet had gehad. Daardoor was de totale punten telling aangepast. Dit was echter niet doorgegeven. Mijn reactie daarop deed mijn collega tegen mij zeggen: “Je hebt je punt gemaakt!” 
Deze reactie gaf bij mij zo’n onaangenaam gevoel dat ik ontplofte. Ik liep weg met tranen in mijn ogen. Mijn collega zei nog “Daar kun je niet tegen hè?” Ik kon alleen nog maar janken. 

De signalen van mijn lijf hieraan voorafgaand had ik niet goed geïnterpreteerd. Al meer dan een jaar had ik aritmie, mijn hart sloeg heel vaak over. In oktober 2014 werd ik door de huisarts naar de cardioloog gestuurd. Mijn bloed werd onderzocht ik moest met een 24-uurs holter lopen en een fietsproef doen. Er was in de 24-uursregistratie te zien dat ik zeer regelmatig overslagen van mijn hart had. Een aritmie. Tijdens de fietsproef toen ik op mijn maximale hartslag zat ging mijn hart fibrilleren.
Toch vond de cardioloog dit geen aanleiding om mij op te nemen voor nader onderzoek. Wel gaf hij aan dat ik tijdens mijn sportlessen die ik gaf mijn hartslag niet te hoog te laten komen. Ik kocht een hartslagmeter en monitorde mijn hartslag tijdens mijn spinninglessen. Als ik niet boven de 160 ging, dan was het goed. Soms zag ik tijdens de spinningles op mijn hartslagmeter dat deze ineens boven de 200 ging, dan nam ik wat gas terug en zag ik mijn hartslag weer naar normalere waarden dalen. 
Ik sliep slecht en het duurde lang voordat ik in slaap viel. Ik was regelmatig ’s nachts wakker en kon dan niet meer in slaap komen. Ik had veel last van hartkloppingen en licht stekende pijn naast het borstbeen. Regelmatig vanaf opstaan een hartslag van > 100.
Ik had het bijna altijd koud, maar soms ineens brak het zweet mij uit. Ook zat ik thuis vaak met handschoenen (zonder vingers) aan omdat mijn handen koud en pijnlijk waren.

Een aantal dagen voordat ik letterlijk omviel kreeg ik steeds meer klachten. Ik was al paar dagen licht misselijk. Ik had niet veel trek in eten, maar ik at wel. Ik heb vaak iets ‘last’ van de darmen, dit werd nu echter steeds erger. 
Op 23 november 2015, kreeg ik onderweg naar school in de auto behoorlijk last van mijn darmen en een angstgevoel. Op school weer een angst en paniek aanval, werd licht zweverig en het gevoel dat ik naar het toilet moest. Inderdaad dunne ontlasting. Nadat de ontlasting eruit was ging het iets beter.
Tijdens het lesgeven voelde ik me wat zweverig, maar het lukte me wel. Daar was ik dan wel een beetje trots op. Niet dat dat verstandig was, maar dat wist ik toen nog niet.

24 november had ik een gesprek met mijn manager. Ze vroeg wat ik nodig had. Een coach of iemand in de klas erbij om te zien hoe de les ging. 
Nee dat hoefde ik allemaal niet. Ik wilde tijd voor mezelf. Ik gaf een dag terug, om in plaats van fulltime (1,0 WTF) naar 0,8 WTF te gaan. Op de vraag van de manager of ik dan toch wel deze 0,8 over 5 dagen wilde verdelen, omdat ik zo goed het rooster kon managen en toch altijd vroeg op school was, zei ik na lichte aarzeling, ja. Wie van mijn collega’s moest het anders dan gaan doen? Volgens mijn manager deed ik dat zó goed.

Ik had aan mijn manager gevraagd of ik 25 november thuis mocht werken, omdat ik N@tschool opnieuw in ging delen voor Niv. 3. Ik had die dag toch geen lessen en hoefde dan even niet te reizen. Dit vond mijn manager goed.

Woensdag 25 november werd ik om 06.30 wakker na een gebroken nacht. De angst gierde door mijn lijf. Fijn dacht ik, gelukkig hoef ik niet naar school, mag lekker thuis werken. Na mijn ontbijt en nog even gezeten te hebben wilde ik starten. Om 08.30 uur zette ik mijn computer aan en ging ervoor zitten. Startte N@tschool en toen…. niets. Ik kon me absoluut niet concentreren, het zweet brak me uit, mijn hart maakte ongelooflijk veel overslagen. Ik was zo moe. Dan nog maar even op bed liggen. Om 09.00 uur ging ik liggen en werd om 13.00 uur wakker. Dit is niet normaal dacht ik. Ik maak een afspraak met de huisarts. Ze moet maar even bloed laten prikken volgens mij kom ik wat tekort, er is echt iets aan de hand met m’n lijf. Ik belde de assistente van de huisarts en maakte een afspraak voor de volgende dag.
Daarna mailde ik naar mijn manager de roostermaker dat ik donderdag 26 november niet naar school kwam, maar naar de huisarts ging.
 
Donderdag 26 november 2015 om 15.00 uur zat ik bij de huisarts.
“Hoe gaat het met je” vroeg ze. Dat had ze nou niet moeten vragen. Ik barstte in tranen uit. Hortend en stotend, over mijn woorden struikelend gaf ik antwoord op haar vraag.
“Zo” zei ze. “Je gaat nú naar mij luisteren!” “De klachten die jij hebt duiden op een burn-out!” Ik geef je een verwijzing voor de cardioloog en voor de psycholoog. Je maakt daar direct een afspraak. Ik wil je volgende week weer zien. Je mag absoluut niet naar school, je blijft thuis. Ga voor de spiegel staan en zeg luid en duidelijk tegen jezelf: “Ik ben ziek” Herhaal dit meerdere malen tot je accepteert dat je ziek bent en niet in staat bent om te werken.”

Zo dat kwam hard aan. Diep in mijn hart wist ik het wel, maar nu zij dit zo direct tegen me zei was het echt. Thuisgekomen meldde ik mij via de mail ziek en sprak ik de voicemail in van mijn manager dat ik niet naar school kon komen. Mijn manager belde de volgende dag terug en gaf aan een afspraak te hebben gemaakt met de arbo-verpleegkundige. De week erop op donderdag moest ik mij daar melden.
Ik kon niet alleen naar Rotterdam rijden. Niet met de auto, maar ook niet met het openbaar vervoer. Gelukkig kon mijn man mij vergezellen naar de Arbodienst.

Donderdag 3 december 2015 om 11.30 zat ik bij de arbo-verpleegkundige.
“Wat kan ik voor je doen” Vroeg ze. Wil je een coach, of heb je iets anders nodig?” Nee, ik heb geen coach nodig, ik ben niet aan het werk, ik heb me afgelopen vrijdag ziek gemeld. Toen sprongen de tranen in mijn ogen.
“Oké” zei ze, “je staat niet als ziek vermeld, dit is een preventief gesprek. Nu verandert er wel iets. Vertel maar wat is er aan de hand?”
Hortend en stotend, met dikke tranen rollend over mijn wangen gaf ik antwoord op haar vraag. Ik zat te trillen op de stoel alsof ik me aan alle kanten bedreigd voelde.
“Stop maar even Odette, ik zie wat er nu speelt. Je hebt veel te veel van jezelf gevraagd. Je hebt jezelf volkomen weggecijferd. Je ben jezelf helemaal kwijt. Waar is Odette? Je hebt een burn-out. Nu op dit moment is het belangrijk dat je rust neemt. Je manager mag ook de komende maand geen contact met jou opnemen. Er moet volledige radiostilte zijn. Eerst bijkomen, dan zien we verder. Volgende maand zie ik je terug.”

Daar stond ik dan volledig ontredderd, niet wetend wat te doen, ik was de weg helemaal kwijt. Rust nemen, hoe doe ik dat? Ik was niet gewend om niets te doen. Ik was ALTIJD bezig met school. Geen moment voor mezelf.  De volgende dagen lag ik vaak overdag op bed. Totaal uitgeteld. Dan sliep ik soms 2 uren achterelkaar. Even uit bed, kopje theedrinken en dan weer terug. En nog steeds moe, angstig eng zweverig. Wat ís dit!?
LUISTEREN
Share by: